Zaandijk Neemt Afscheid!
Door: Onze verslagdoener
Fietsenmakerij Molenaar verdwijnt uit Zaandijk
Oudere Zaandijkers zullen zich vast herkennen in het volgende verhaal:
Als kleine jongen kwam ik bij ‘Fietsenhandel & Elektrische Apparaten Joh.Molenaar & Zn sinds 1918’, op Lagedijk 9 op de hoek met de Smidslaan. Mee met m’n vader voor een kleine reparatie aan zijn fiets in de kleine, donkere en overvolle werkplaats van de broers Cees en Han Molenaar of voor een gloeilamp van Osram in het winkeldomein van Nel Molenaar, vrouw van Cees. Ook voor mijn eerste ‘tweedehansie’, mijn eerste echte nieuwe ‘Burgers’ fiets en in de winter voor het slijpen van mijn houten noren, gingen we naar Molenaar. Ik kan mij nog goed voor de geest halen dat wanneer je je fiets op kwam halen, er altijd een klein opgevouwen ‘brieffie’ tussen je fietsbel zat. Daar stond met de hand de prijs op geschreven. Het viel altijd reuze mee. “Hoe kunnen ze het ervoor doen?”, was een in het dorp veel gehoord compliment. Altijd werd er tijd voor je gemaakt en je voelde je echt ‘koning klant’. Niets was ze te veel en er werd altijd mee gedacht. Elk bezoek aan de fietsenmaker Molenaar was een klein feestje, waar ik altijd met een vrolijk en goed gevoel vandaan kwam. Met een pepermuntje of een ‘snoepie voor onderweg’.*)
Vandaag de dag zullen jongere en nieuwe Zaandijkers soortgelijke gedachten hebben bij fietsenmaker Molenaar. Niet die van Lagedijk 9, maar Rijwielhandel P. Molenaar op de hoek van de Dr Jan Mulderstraat en Aris vd Leystraat in Oud Rooswijk. Ook op nummer 9, dat dan weer wel. Cornelis Johannes (Cees), Johannes Cornelis (Han) en Nel hebben plaatsgemaakt voor Peter, zoon Lenco en Els. Je vindt er geen elektrische huishoudapparaten, er worden geen schaatsen geslepen en die fiets van vader zal nu wel een stoere E-bike zijn. Maar het ‘snoepje voor onderweg’ staat nog steeds op de toonbank en er is hogedruklucht voor “Mevrouw, mijn achterband is slap”. In hun winkel annex werkplaats staan bij Peter en Els klantvriendelijkheid, service, vakmanschap en gezelligheid hoog in het vaandel. Net als toen, bij Peters ome Cees, tante Nel en vader Han.
Generaties Zaandijkers zijn opgegroeid met fietsenmakerij Molenaar. Op 4 april 2022 is het voorbij, zo valt te lezen op de kaart die ik als vaste klant van Peter en Els ontvang. Ze gaan na ruim 23 jaar van hun pensioen genieten. Op zaterdag 2 april om 16.00 uur sluiten zij hun zaak definitief en komt er na -bij elkaar opgeteld- 104 jaar een einde aan het tijdperk fietsenmakerij Molenaar in Zaandijk.
Ik ga bij hen langs om ze te bedanken voor de jaren ‘trouwe dienst’ en ze te vragen of ze het leuk vinden om zich, als een soort van afscheid, door Zaandijk Leeft! te laten interviewen. Terwijl hij aan het sleutelen is aan een rijwiel verwijst Peter mij naar Els: “Daarvoor moet je bij Gé zijn. Daar ga ik niet over.” Ik kijk Peter vragend aan, want wie is in hemelsnaam Gé? Peter lacht: “Ik bedoel Els hoor. Ik noem haar Gé. Vraag mij niet waarom, want dat weet ik niet meer. Maar het bekt wel lekker, vind ik. En Els noemt mij niet Peter, maar Pieter. We weten niet beter.”
Met Els maak ik een afspraak: ”Hartstikke leuk hoor, maar wel na sluitingstijd. Sinds bekend is dat we gaan stoppen willen onze klanten hun fiets voor de laatste keer door een Molenaar onder handen laten nemen. We zitten tot onze laatste dag al helemaal vol. Rustig afbouwen zit er dus voor ons niet in. Je kunt trouwens ’s avonds niet door de winkel, want die staat propvol met ‘sleutelfietsen’. Ik laat de werkplaatsdeur wel los, dan kun je achterom naar binnen.”
Zo gezegd, zo gedaan. Op onze afspraakavond open ik de gele werkplaatsdeur en stap de zaak binnen. Els staat aan de toonbank en is met iets bezig. “Dit klusje doe ik elke avond. ‘Effe de vlam er onder houden’, noem ik het. Ik leg dan alle reparatiebonnen voor de volgende dag op een rijtje, zodat Peter weet welke fietsen morgen aan de beurt zijn”, legt Els mij uit.
Via de brede trap in de winkel leidt Els me naar hun woonstekje op de eerste verdieping. Peter en Els wonen namelijk sinds een aantal jaren boven de zaak. Niet permanent, maar op hun werkdagen van dinsdag tot zaterdag. In hun ‘zondag-maandag-weekend’ zijn zij ingezetenen van Heiloo of zijn ze te vinden in hun vakantiehuisje in Egmond Binnen. Peter: “Toen we dit pand in 1998 kochten, gingen we met onze kinderen –zoon Lenco en dochters Lesley en Elise- wonen in het aan de winkel verbonden woonhuis. Je kon vanuit de winkel zo aan tafel voor de lunch, ideaal. We hebben het winkeldeel in 2009 afgescheiden van de woning, zodat onze oudste dochter het huis kon kopen. De zaak is sindsdien gevestigd op Mulderstraat 9A. Wij zijn toen verhuisd naar Wormerveer en sinds een aantal jaren zijn we Heilooërs. De dagelijkse rit van Heiloo naar Zaandijk bracht ons op het idee om de opslagruimte boven de winkel te verbouwen tot parttime ‘huissie’. Dat werd nummer 9B. Het blijft trouwens een huis en er komt er zelfs een bij, want de koper van ons pand gaat ook de winkelruimte verbouwen tot studio/appartement.”
Peter en Els zijn man en vrouw, vader en moeder, sinds kort opa en oma en ze runnen gezamenlijk een zaak. En dat bijna ‘24/7’. Wat zou hun geheim zijn? “De boel draaiende houden was in het begin zeker niet makkelijk”, begint Els. “We woonden tevreden op de Eendrachtsstraat in Koog aan de Zaan. Ik werkte in de thuiszorg en Peter had al jaren een goede baan in de metaal bij Laco in Zaandam. Maar ja, toen werd Peter 40 -je kent dat wel (?)- en op een avond raakten we in gesprek over de fietsenhandel van ome Cees en tante Nel. Zij gingen stoppen met de zaak en we vroegen ons af of wij deze zouden kunnen en willen voortzetten. Helaas bleek het niet mogelijk om de zaak op de Lagedijk over te nemen. Maar het idee om een eigen fietsenzaak te beginnen bleef bij ons leven. Toen wij het winkelpand met woonhuis in Rooswijk konden kopen werd het echt en begon voor ons een ongewis avontuur.” Peter vervolgt: “In de beginjaren combineerde ik mijn werk bij Laco met de zaak. Tot soms diep in de nacht stond ik fietsen te repareren. En ik moest tussen alle bedrijvigheid door slagen voor mijn Middenstands. Dat waren werkweken van wel 80 uur. We hebben dat twee jaar kunnen volhouden. Dat lukte ook omdat mijn vader in die periode overdag in de werkplaats een handje bij stak. Toen we er vertrouwen in hadden dat we ons konden bedruipen met de inkomsten uit zaak en ook onze kinderen gewend waren aan hun nieuwe leven, heb ik ontslag genomen.”
Els: “In de loop der jaren hebben we een passende werkverdeling gevonden. Peter repareert de fietsen, daar bemoei ik me niet mee. Ik doe de administratie en verkoop van artikelen en fietsen en daar bemoeit Peter zich niet mee. In het begin was ik een beetje eigenwijs en dacht wel te kunnen repareren. Maar nadat een fietsband bij het oppompen met een harde knal uiteen spatte en een klant op zijn achterwiel terecht kwam omdat ik zijn zadel niet goed had vastgezet, viel bij mij het kwartje.”
Peter en Els zijn geboren Zaandijkers. Peter (1958) bracht zijn jeugdjaren door, samen met zus José, op Guisweg 77 naast de Guiswegdwarsstraat. Het huisje en de straat bestaan niet meer. Het is nu een parkeerplaats en de ‘Zaandijk-entree’ van Cacao de Zaan (Olam). Hij had niet veel met fietsen, maar des te meer met (het opvoeren van) brommers. “Bij een proefritje met mijn NSU Quickly werd ik op de Smidslaan gesnapt door de Zaandijker ‘dorpsveldwachters’ Vos en Van der Meer. Dat leverde mij toen gelukkig alleen maar een stevige reprimande van Vos op.”
Els (1954) groeide op in een gezin met 12 kinderen, op Lagedijk 248. Haar vader Ab Engel had een bouwbedrijf in Zaandijk. “Ik was vanaf de lagere school vriendin met José en zo leerde ik Peter kennen. Ik vond het wel een leuke eigenwijze knul met z’n geknutsel met ijzer en lasapparaat. Heel anders dan het hout van mijn vader. We verloren elkaar een aantal jaren uit het oog, maar eind jaren ’70 kruisten onze wegen elkaar weer. Inmiddels ben ik al 42 jaar gelukkig getrouwd met mijn ‘knutselsmurf’.”
Vanaf 4 april gaan Peter en Els dus door het leven als pensionado’s. Waarom in Heiloo en niet in Zaandijk? Els: “We zijn niet zo honkvast. We hebben het grootste deel van ons leven niet op Zaandijk gewoond. Nu wat verder weg van Zaandijk. De cacaogeur missen we niet en het dorpje Heiloo lijkt in veel opzichten op Zaandijk. Onze nieuwe woonplaats geeft ons echter meer het ‘Tuinpad van mijn vader-gevoel’. En wie weet en zeg nooit nooit, komen we ooit wel weer terug op Zaandijk. Toch, Pieter?” Peter spreidt zijn armen uit en er verschijnt een glimlach om zijn mond: “Klopt Gé, je weet maar nooit!”
*) Met dank aan Marcel Kars voor zijn herinnering
Van Zaandijk Leeft! een blijvende herinnering aan Zaandijk