Skip to content Skip to left sidebar Skip to right sidebar Skip to footer

Zaandijk Roddelt! Sabotage…

Gildefeest eindigt in drama

Sinds zondagnacht is de Zaandijkersluis gestremd. Oorzaak: voor de sluis aan de Zaankant ligt de gezonken partyboot d’Alie II. Zaandijk Leeft! is vroeg uit de veren om polshoogte te nemen en mensen te spreken die aanwezig zijn geweest bij de ramp. “Een ramp, dat kun je gerust wel stellen. Er zijn gelukkig geen doden of gewonden gevallen. Wel natte feestkloffies en de schrik zit er goed in”, zo vernemen we ter plaatse van de voorzitter van Het Gilde der Zaandijker Sluiswachters.

Voorzitter Herman Olden en technisch bestuurslid Piet Kuipers tref ik ’s morgens om half zes beteuterd en met ietwat natte en kleine oogjes aan in het voor de sluisdeuren afgemeerde bestuurdersbootje d’Gerrit I. d’Alie II ligt, nog net met de stuurhut boven water, op zo’n twintig meter van de sluistoegang in het windstille water van de Zaan. De feestvlaggetjes in de Zaandijker kleuren hangen treurig langs de reling van de partyboot. De feestverlichting is zelfs nog aan en verdwijnt bij de achtersteven van de boot onder water. Bij het zien van dit tafereel hoor ik in gedachten een treurmars van Chopin…

In de hoop alles te weten te komen over het gebeuren, stel ik de open vraag: Wát is er in hemelsnaam gebeurd en, nog belangrijker, hóe kon dit gebeuren?  

De voorzitter steekt van wal: “Zondag was onze laatste schutdag van het seizoen. De sluis gaat in de winterstand. Om dat te vieren en om te vieren dat we dit jaar 25 jaar bestaan, had het bestuur een partyboot gehuurd om de 35 mannen van ons Gilde met hun partners een onvergetelijke feestavond te bezorgen. De boot lag afgemeerd bij onze sluis. Om zes uur ging iedereen feestelijk gekleed aan boord en de feeststemming zat er al snel in door de vrolijke accordeonmuziek van het duo Piet & Mieke. Het was windstil en een lekker temperatuurtje, waardoor iedereen bovendeks kon vertoeven. Om zeven uur werd een echt gildeavondmaal geserveerd door de plaatselijke snackbar: patat met een rundvleeskroket. Het bestuur ging aan tafel op d’Gerrit I om verdiend te genieten van een heerlijke Chinese rijsttafel. Voor alle duidelijkheid: de maaltijd werd gesponsord door onze plaatselijke Chinees. Om acht uur gooiden we de trossen los en werd de vaart er ingezet. Natuurlijk d’Gerrit I voorop, met mij aan het roer, om de koers te bepalen.” 
“Jaaa, hij kan dat heel goed. Zoals een goeie voorzitter betaamt”, vult Piet aan. Olden geeft hem glimlachend een dankbaar knikje.

Ik gebruik de korte stilte om de onvermijdelijke tussenvraag te stellen: En toen?

De voorzitter steekt weer van wal: “Ter hoogte van de Mallegatsluis in Koog aan de Zaan werden we opgewacht en begroet door de voorzitter van Het Gilde der Koger Sluiswachters: Dick Sluis. Hij, tevens secretaris, penningmeester en enige sluiswachter, kwam in z’n jolletje aangeroeid en feliciteerde ons met het 25-jarig jubileum. Ik bespeurde enige jaloezie in zijn stem, terwijl hij een klein kruikje Mallegatter kruidenbitter aan mij overhandigde. Ik bedankte hem natuurlijk hartelijk, waarna hij snel terug roeide richting zijn sluisie.”

“En toen gebeurde er iets vreemds”, onderbreekt Piet het relaas van zijn voorzitter. “Terwijl wij Sluis uitzwaaiden zag ik in mijn ooghoek een donker klein rubberbootje richting de achterkant van onze partyboot varen. Hij bleef verder uit het zicht van mij en onze feestvierende sluiswachters. Enkele ogenblikken later zag ik het bootje weer wegvaren richting het Kalf. Ik besteedde er verder geen aandacht aan, schonk het kruidenbittertje in en proostte met mijn medebestuursleden op een behouden vaart. “

“We keerden ter hoogte van de ijzeren draaispoorbrug van de Hoornse Lijn weer om”, aldus de voorzitter, het gesprek weer overnemend. “Zaandam hè, en we wilden niet de kans lopen dat een goederentrein de muziek van Piet & Mieke zou overstemmen en zo ons feest zou bederven. Zo gezegd, zo gedaan. Terwijl wij weer richting onze vertrouwde Juliananbrug voeren, hoorden we opeens een doffe knal uit de richting van de partyboot. We zeiden lachend tegen elkaar dat het waarschijnlijk een omgevallen biervat was en schonken een heerlijk rood wijntje in. Vanuit d’Gerrit I zagen we wel dat de achterkant van d’Alie wat dieper in het water was gezakt. Piet zei nog dat het waarschijnlijk kwam door de hossende en dansende sluiswachters op het bovendek. Er was tenslotte al een behoorlijke sloot bier door de mannen genuttigd. En wij schonken nog maar eens een heerlijk wit wijntje in. Maar even later, we passeerden de Julianabrug, zagen we tot onze schrik dat de achtersteven van de partyboot nog maar net boven water uitkwam. We begonnen nu wel nattigheid te voelen. En dat kwam zeker niet door de wijntjes, zo voelden we aan ons water. We raakten lichtjes in paniek, SOS’de de nietsvermoedende schipper van d’Alie via de marifoon en sommeerden hem om op volle kracht naar onze Zaandijkersluis te varen. Ze haalden de steiger van de sluis net niet. Vlakbij liep d’Alie aan de grond en zakte met haar achterkant steeds dieper in de zachte bodem van de Zaan. En nu ligt zij daar…” De voorzitter wijst naar het gezonken schip en weet net aan een snik te onderdrukken. Piet wordt het ook bijna te machtig, gelet op de wrijvende wijsvinger achter zijn rechter brillenglas. “Tot diep in de nacht hebben de mannen van het Zaandijker Voetveer iedereen veilig op het droge weten te zetten. En zo konden ze met een warme choco, geschonken door ons plaatselijke café, ontnuchterend terugblikken en elkaar sterkte toewensen.”

Wat een onvergetelijk gildefeest moest worden, eindigde dus in een onvergetelijk gildedrama. Hoe? Het is voor mij zonneklaar: Sabotage! Ik vraag de beide mannen wat zij vinden van mijn stellige aanname.

Piet geeft de voorzitter dit keer geen kans en steekt als eerste met overslaande stem van wal: “Voor mij is het ook zo klip en klaar als een klontje. Dat malle bootje bij de Mallegatsluis en daarna die doffe malle knal. En bij mijn eerste technische inspectie van d’Alies achterkant ontwaarde ik een gat. En wat denk je: een wel héél mal gat. Dus…”
“Ho, ho, Piet”, onderbreekt de voorzitter Piets emotionele betoog. ”Laten wij niet op de feiten vooruitlopen en geen overhaaste conclusies trekken. Er wordt een diepgaand onderzoek ingesteld door het NIVVVVV, het Nationale Instituut Voor Van Vollenhovens VaarVeiligheid, onder leiding van Mr. Pieter. Als dat is afgerond, dan horen we wel van hem hoe het heeft kunnen gebeuren.”
 “Ja, ja, en hij kan dat heel goed. Zoals een goeie voorzitter betaamt”, besluit Piet.

“En we drinken samen nog een Zaandijker kruidenbittertje”, sluit de voorzitter natuurlijk als laatste af…

Rob H. de Stoker (in warme herinnering aan Gerrit de Stoker)