Een rampzalig sinterklaasfeest
Sinterklaas, wie kent hem niet, sinterklaas wie kent hem niet…
Het deuntje wil maar niet uit zijn kop, Berts kop, verdwijnen.
Over een paar weken zou het sinterklaasfeest zijn op school.
Natuurlijk wist hij hoe het zat, maar het sinterklaasfeest blijft leuk. Cadeaus krijgen, wie wil dat nou niet? Maar, cadeaus krijgen is ook cadeaus geven. En hij wist nooit wat hij geven moest. Met de gedichten en surprises had hij geen moeite, maar hoe kun je cadeaus kopen voor weinig geld.
Vandaag hadden ze op school lootjes getrokken. En wie had hij getrokken? Juist Marleentje, een onuitstaanbare meid, vond hij. Mooi dat hij haar te pakken zou nemen. Daar zou Bert wel even voor zorgen. Marleentje zou een gedenkwaardige sinterklaasochtend meemaken.
Marleentje, dat ‘tje’ kwam van Bert -tot ergernis van Marleen-, was als de dood voor insecten en voor spinnen in het bijzonder. In de snoepwinkel had hij zo’n akelig groot beest van snoepgoed zien liggen. Leek ook nog sprekend op een eng beest. De verpakking wist hij ook al: glycerine pudding er omheen en dan in een doosje dat vastgeplakt zou worden met een heel rolletje plakband. Met het gedicht had hij meer moeite. Het mocht niet té eng worden, maar toch duidelijk genoeg. Uiteindelijk schreef hij op:
Sinterklaas liep te denken
wat hij Marleentje zou schenken
Hij vond haar een eigenwijze meid
die stijf loopt van de ijdelheid
Om toch wat te geven
wat ze nooit zou vergeten
kocht hij dit.
De Sint
Zo, en nu even goed inpakken. Bert was zeer tevreden met zichzelf.
Eén dag voor het sinterklaasschoolfeest moesten de cadeaus ingeleverd worden. Bert had het net ingeleverd toen hij Marleen zag. Wat was dat nou? Ze had haar haar veranderd en droeg een te gekke spijkerbroek. Vol verbazing en ongeloof stond Bert als aan de grond genageld, terwijl Marleen recht op hem afliep.
“Ha..Hallo, M..Marleen”, stamelde hij.
‘Hé Bert, wat kijk je vrolijk, een idiote surprise ingeleverd?’
Bert zei niks.
‘Morgenavond gaan we met een aantal klasgenoten zwemmen. Ga je ook mee?’
“Weet ik nog niet”, zei Bert. Hij met Marleen mee, die is gek.
In zijn bed, ’s avonds, zag hij steeds Marleen voor zich. Half lang haar met blonde plukken. Dat iemand zo veranderen kon, dacht Bert. Zou hij mee gaan zwemmen? Met Marleen? Hij besloot dat hij mee zou gaan.
En toen zat hij rechtop in bed. Zijn cadeau met gedicht voor Marleen. Oh God, wat een ellende. Zijn enige hoop was dat zij nooit te weten zou komen dat hij het gegeven had. Maar hij had natuurlijk zijn mond voorbij gepraat. Te veel klasgenoten wisten het. Van slapen kwam die nacht niet veel meer. Nerveus ging hij naar school.
De klas was versierd en in het midden lagen de cadeaus. Een gigantische stapel. Het cadeau voor Marleen lag er ook bij, zag Bert.
De leraar had een rode muts opgezet en zijn baard wit gepoederd. Hilariteit. Ernstig ging de leraar zitten, pakte een boek, sloeg het open en begon voor te lezen. Bert kon zijn gedachten er niet bijhouden.
Het uitpakken van de pakjes begon. Bert kreeg een groot gedicht en een poster van Lionel Messi. Er stond onder het gedicht geschreven: Van M.
‘Van Marleen’, fluisterde Berts vriend Kees, ‘volgens mij is ze gek op je.’
“Hou je bek”, siste Bert nerveus terug.
‘Zij weet ook dat jij haar getrokken hebt.’
Toen was Marleen aan de beurt. Bert voelde zijn haren optrekken. Zij was een kwartier bezig met het openmaken van het pakje, ze tuurde lang op het gedicht en las toen voor:
‘Sinterklaas liep te denken
wat hij Marleen zou schenken
Hij vond haar een aardige meid
die beslist geen last heeft van ijdelheid
Uiteindelijk kocht hij dit cadeau
voor Marleen, o, o, o
De Sint’
Marleen pakte de spin uit de glycerine pudding, veegde deze schoon en stak het beest plagerig langzaam in haar mond, terwijl ze haar blik naar Bert wendde. Bert zat rechtop, met water in zijn handen. Woedend werd hij eigenlijk ook nog.
Na schooltijd liep Bert naar Marleen toe. ‘Dat zwemmen vanavond gaat niet door’, zei Marleen en draaide zich om. ‘Aan kleuters hebben we geen behoefte.’
Bert dacht beteuterd: Hoe komt dit ooit nog goed? Aan de rug van Marleen te zien kon hij dat wel vergeten.
Gerrit van den Nieuwendijk