Zaandijk Woont! Parkstraat 68
Door: Onze Verslaggeefster
Nieuwsgieriger dan normaal voor een interview vertrek ik per fiets naar de Parkstraat voor een gesprek met een van de twee bewoners van nummer 68: Piet Kleij. Niet alleen verwacht ik dat hij het een en ander gaat vertellen over het wonen in Zaandijk en zijn werk als stadsarcheoloog, het betreft hier ook een oud-klasgenoot die ik zo’n 45 jaar geleden voor het laatst gezien heb.
Even later zit ik aan de thee in het huis van Piet en Karin. Karin is nog aan het werk in haar werkplaats naast het fonkelwitte huis, en Piet en ik praten natuurlijk eerst bij. Daarna krijg ik een rondleiding door het huis, waaraan nog gewerkt wordt.
Piet, hoe ben je in dit huis terechtgekomen?
“Ik studeerde in Amsterdam, waar ik Karin tegenkwam. Na mijn studie besloten we daar te blijven wonen. Ik had als archeoloog namelijk geen vast werk, ik werd per project ingehuurd en moest veel reizen. Dan was het handig in ieder geval de Coentunnel te vermijden. Op een gegeven moment kreeg ik een baan in Zaanstad en wilde ik eigenlijk wel weer in of rond Wormer wonen. Maar onze kinderen waren in Amsterdam opgegroeid en wilden daar niet weg, dus we bleven aan de rand van Amsterdam wonen. Toen ze de deur uit waren zijn we daadwerkelijk gaan kijken naar een huis in de Zaanstreek. We wilden sowieso ook wat kleiner wonen. Uiteindelijk hebben we anderhalf jaar geleden dit huis kunnen kopen. Niet alleen vonden we het huis heel mooi, met de mogelijkheden die we erin zagen, we waren ook gecharmeerd van het uitzicht op het plantsoen.”
En, bevalt het je hier?
“Jazeker. Het klinkt misschien wel raar als je uit Amsterdam komt, maar er is hier is meer reuring dan waar we eerst woonden. Door de Zaanse Schans natuurlijk, en wat dat met zich meebrengt, horeca bijvoorbeeld. Ik vind het heerlijk om ’s morgens voor vers brood naar de bakker te kunnen lopen, in onze oude wijk moest je eerst een kwartier fietsen voordat je een winkel tegenkwam. Mijn moeder woont nog steeds in Wormer, daar ga ik nu dus ook wat vaker heen. En de mensen zijn hier wat behulpzamer en aardiger. Dat viel Karin, die hier niet vandaan komt, ook gelijk op. En ik had wel wat last van Schiphol, daar woonden we namelijk vlakbij. Ik werd ’s nachts vaak wel drie keer wakker van de overvliegende vliegtuigen, daar heb je hier toch minder last van. Hier hoor je, in dit seizoen in ieder geval, grutto’s in plaats van vliegtuigen.”
Piet vindt Zaandijk een mooi dorp, met veel karakter: “De Lagedijk bijvoorbeeld, die valt niet voor niets onder beschermd dorpsgezicht.”
En je eigen buurt, wat vind je daarvan?
“Het is een leuk buurtje hier, met aardige mensen. We onderhouden hier met elkaar het plantsoentje dat hiervoor ligt. Een jaar of twintig geleden wilde de gemeente daar namelijk parkeerplekken maken, omdat het onderhoud te duur werd. De bewoners van destijds zijn toen met de gemeente overeengekomen dat zij het onderhoud zouden verzorgen als de gemeente de bestemming niet veranderde. De gemeente zorgt er nog wel voor dat het gras gemaaid wordt, maar verder onderhouden wij het. Iedere drie maanden gaan we gezamenlijk aan de slag. Na afloop drinken we dan nog wat met elkaar, heel gezellig. En met Sint-Maarten zetten we met elkaar een partytent op, dan kunnen de kinderen daarin langskomen om snoep op te halen.”
Ik zie dat de kamer nog niet helemaal klaar is. Moet er nog veel aan het huis gebeuren?
“Toen we dit kochten waren alle muren enkelsteens. Omdat we toch veel wilden en moesten verbouwen hebben we het gelijk maar goed aangepakt, ook met hulp van mijn zwager. We hebben het hele huis geïsoleerd, er is vloerverwarming, eigenlijk alles is aangepakt.

We zijn nog niet klaar, we hebben nog lekkage in de schoorsteen bijvoorbeeld, boven is nog een balkonnetje dat vervangen moet worden. En als het huis klaar is willen we de tuin nog helemaal opknappen. Het is de bedoeling dat aan het eind van het jaar alles klaar is.”
Ik krijg een rondleiding door het huis. Piet is, terecht, trots op het huis, zeker zoals het er nu uitziet. Het interieur is een mengeling van oud en nieuw, maar alles past goed bij elkaar. Zo is er een lambrisering aangebracht, zijn de standaard stopcontacten vervangen door robuuste ronde exemplaren en kan de mooie nieuwe tegelvloer in de gang zowel voor vooroorlogs als modern retro doorgaan. De keuken is vrij strak, maar heeft wel de ouderwetse Bruynzeel-keukenuitstraling.
Links van het woonhuis, in een oude garage, is nu de werkplaats* van Karin gevestigd. Ik krijg een rondleiding en ben onder de indruk van de hoeveelheid materialen die in de rekken staat. En evenzeer van het mooie sierpapier dat door Karin en haar zus wordt gemaakt. Het door hen op ambachtelijke wijze ‘versierde’ papier wordt gezeefdrukt, daarna wordt er een digitaal bestand van gemaakt.
Piet, je bent dus onze stadsarcheoloog. Hoe ben jij in de scherven terechtgekomen?
“Vroeger werd er, in ieder geval in mijn straat in Wormer, door meerdere mensen naar scherven gezocht. Dus daar is het begonnen. Maar ik ben archeologie gaan studeren door meester Ostheimer, onze onderwijzer van de derde klas op de lagere school. Ik had een keer een potje uit een sloot opgegraven, dat ik mee naar school nam. Meester Ostheimer reageerde heel enthousiast en ging er in de klas over vertellen, waardoor ik gemotiveerd raakte om ermee door te gaan. Ik heb in de loop der tijd ook een paar boeken over archeologie** geschreven. Toen het eerste boek uitkwam ben ik hem als dank een exemplaar gaan brengen.“
“Ik ben nu archeoloog voor de hele Zaanstreek: Zaanstad, Oostzaan en Wormerland. Bij Zaanstad ben ik al 22 jaar in dienst. Ons depot is in de oude Gortershoekschool gehuisvest, daar werk ik een dag per week. Er is genoeg werk, want er wordt veel gebouwd en dus veel gevonden. Er is daarom begin dit jaar een tweede archeoloog aangenomen. Binnenkort hebben we een project in Krommenie. We graven niet zelf, dat wordt altijd uitbesteed, maar ik stel de opdracht op en schrijf achteraf wat over de vondsten, bijvoorbeeld voor het blad Zaans Erfgoed. Daarnaast krijgen we regelmatig verzoeken om vondsten uit te lenen voor tentoonstellingen. Een paar weken terug hebben we informatieborden gemaakt over de geschiedenis van Jisp, voor de toeristen. Die zijn inmiddels geplaatst. Daar hing ook een kleine door ons ingerichte tentoonstelling aan. Zo levert één opgraving vaak veel werk op.“
* www.papierrivier.nl
**Archeologie van het platteland (2007), Vondsten uit het Zaanse veen (2010), Het land van de zeerover en de kruidenier (2013) en Meer vondsten uit het Zaanse veen (2016)