Zaandijk Bouwt! ‘Pakt een Oentje’
“Soenen met verlof”
Door: Albert Groothuizen
In de vorige aflevering van Zaandijk Bouwt! werd de ontstaansgeschiedenis beschreven van het in 1985 gebouwde hotel Zaan en restaurant Trattoria Zaan, op de hoek van de Lagedijk en de Juliananbrug. Het is een plek met een wel heel belangwekkende historie. De ‘stichter’ van Zaandijk, Heyndrick Pietersz, bijgenaamd Oud-Hein, bouwde in 1494 zeer waarschijnlijk op diezelfde plek zijn huisje op de lage dijk. Juist daar eindigde namelijk een pad dat liep vanaf Westzaan (Guispad, nu Guisweg). Oud-Hein onderhield een veerdienst en zette mensen, die op doorreis waren naar ’t Kalf, in weer en wind over met zijn roeiboot.
In deze aflevering gaan we niet zo ver terug in de tijd. We gaan terug naar de jaren 1920-1975 toen op de hoek de palingrokerij én bioscoop stond van Siem Oenen, in de volksmond bekend als “Oentje”.
Het ontstaan van de bioscoop van palingroker Oenen is een verhaal apart, want het was wel een zeer ongewone combinatie van een palingrokerij en een bioscoop. Officieel stond de bios te boek als Bioscoop Centrum, maar er was geen mens die het zo noemde. Een “Oentje pikken” betekende een avondje naar de film in de bioscoop van Oenen. Dat er af en toe een kink in de kabel kwam doordat de hoofdfilm brak, werd door het publiek op de koop toegenomen. Die niet voorziene pauze benutte Oenen door met snoepgoed de rijen langs te gaan om de verkoopcijfers op te krikken.
Jarenlang hing aan de muur van de bioscoop een bord met het opschrift: “S. Oenen, met verlof”. Dat werd door de jeugd steevast verbasterd tot “Soenen met verlof”.
Siem Oenen zag in de jaren twintig van de vorige eeuw wel brood in het vertonen van films en kocht in 1923 een leegstaande kerk aan de Guisweg om die te verbouwen tot filmtempel. Dat bleek een flinke misrekening, want op het pand rustte een oude bepaling dat het voormalige kerkgebouw niet mocht worden ingericht tot ‘vermaak’.

In 1928 kwam de bioscoop er dan toch, op de eerste verdieping van zijn nieuwe palingrokerij, op de hoek van de Guisweg en de Lagedijk. Het was een multifunctioneel zaaltje met een podium, bestemd voor feesten en partijen.
“De gouden clown” was de titel van de allereerste film die in 1928 in de bios van Oenen werd gedraaid en gelijk volle zalen trok. De indeling van de zaal was anders dan anders. Zo zaten de bezoekers op rieten stoelen aan rieten tafeltjes en werd het podium opgewaardeerd tot balkon. De bijpassende filmmuziek werd verzorgd door Cor Bruijn op piano, Enne Sluis op cello en Piet Kaptein op viool. Als operateur fungeerde dansleraar Dirk Bruyn, die het filmapparaat op zolder bediende.
In die beginjaren speelden rangen en standen nog een belangrijke rol. Zo was de maandagavond gereserveerd voor uitsluitend dames, op woensdagavond was het de beurt aan de middenstanders en de donderdagavond stond in het teken van een besloten ‘elite-avond’ voor notabelen.
Zoon Piet Oenen ging op de elite-avond tijdens de pauze in smoking rond met thee en chocolademelk. De zaterdagavond was in de vooroorlogse periode ‘Tarzanavond’ en tijdens de matinees op zondag stonden films van Stan Laurel en Oliver Hardy op het programma.
Later verving Oenen het orkestje door een gloednieuwe geluidsinstallatie (zie affiche) en een verzameling grammofoonplaten en ontpopte hij zich als een echte diskjockey door het geluid aan te laten sluiten bij de beelden. Zo werd een spannende achtervolging voorzien van pittige marsmuziek en kreeg een romantische omhelzing meer cachet met een stemmige wals.

Siem Oenen voerde de directie over maar liefst drie bioscopen: van 1928 tot 1940 over Centrum in Zaandijk, van 1936 tot 1940 over Corso in Wormerveer en van 1936 tot 1939 over Wilhelmina in Uitgeest.

Na de dood van Siem zette zijn zoon Piet de bioscoop voort. In de naoorlogse jaren waren oorlogsfilms met onder meer Fred Astaire de grote trekpleisters. Leden van de Koog-Zaandijker bejaardenverenigingen konden in die tijd eenmaal per maand naar de film tegen het gereduceerde tarief van een kwartje.
In 1952 onderging de bioscoop een ingrijpende verbouwing die vijf maanden duurde en waarbij de nauwe ingang vervangen werd door een brede stenen trap. Ook hoefde men niet meer door de zaal te lopen om het balkon te bereiken. In 1957 kwamen er nog eens nieuwe filmprojectors bij. Het waren toptijden voor de bioscoop met films als Irma la Douce, Ben Hur en de Tien Geboden. Operateur was onder meer Han Molenaar van de voormalige fietsenzaak aan de Lagedijk.

In de jaren zestig keerde het tij. De televisie hield de mensen weg uit de bioscoop. Oenen gooide het over een andere boeg en schakelde over op het vertonen van erotische rolprenten. Dat leidde er toe dat er soms ‘blote’ foto’s uit de vitrines werden gestolen. Het mocht niet baten, het aantal filmbezoekers bleef dalen. Zelfs een vermindering van de vermakelijkheidsbelasting, verleend door de gemeente Zaandijk, mocht niet baten. Overigens waren niet alle raadsleden het daarmee eens. Een van hen stemde tegen vermindering van de belasting gezien de weinig opvoedkundige waarde van de getoonde films.
Begin 1969 viel het filmdoek, de bioscoop van Oenen ging dicht. De zus van Piet Oenen werd eigenaar van het woonhuis en verkocht het daarna aan de gemeente. Die gaf ruimte aan de nieuwbouw van een hotel en een aantal woningen. Bij de oplevering controversieel, nu als modern erfgoed gewaardeerd om de ‘Zaanse architectuur’, zoals te lezen is in de vorige aflevering van Zaandijk Bouwt!
Bron: Historische Vereniging Koog-Zaandijk