Zaandijk Woont! Lagedijk 166
Door: Onze verslaggeefster Gera Krijt
‘Het is een droom!’ Dat is het eerste wat Robert Dijckmeester (70) na onze formele begroeting aan me kwijt wil. Robert zit op een ligstoel op zijn terras aan de Zaan te genieten van het uitzicht. Ik mag plaatsnemen, terwijl de partner van Robert, Margreet Hagdorn (68), een kopje thee voor ons maakt. En ik moet het beamen, zeker op deze zonnige dag bevind ik me op een droomplek: op het terras van een prachtig herenhuis aan het rustig kabbelende water, met het weidse uitzicht op de molens en de Kalverpolder, weg van alle hectiek.

Als Margreet met de thee komt geeft ook zij gelijk van haar euforie blijk: ‘Het water is zo bijzonder, er zijn weinig problemen en boosheden die het van het water winnen. Als je hier een half uur zit wordt het toch allemaal anders. En ik merk dat dat voor veel mensen geldt, ook voor veel van mijn gasten, die soms goede redenen hebben om er even helemaal uit te zijn’. Margreet runt hier sinds 2011 Bed and Breakfast River Garden.
Maar hoe zijn ze hier dan gekomen? Robert: ‘We woonden al jarenlang tot volle tevredenheid in Watergraafsmeer. Ik ging op de fiets naar mijn werk in het World Trade Center aan de Zuidas, Margreet werkte in Hoofddorp, prima. We zouden nooit weggegaan zijn als we in 2004 geen nieuwe bovenburen met VPRO-kinderen kregen.’ Die kinderen zorgden voor flink veel geluidsoverlast. Diverse gesprekken met de ouders brachten geen soelaas. ‘Dus toen gingen we op zoek naar een andere woning, in Amsterdam. We hebben heel wat huizen bekeken, maar vonden nooit iets geschikts. Aanvankelijk keken we niet verder dan Oost, West of een beetje ten zuiden van Amsterdam, want wat buiten Amsterdam ligt bestaat niet voor de Amsterdammer. Bizar natuurlijk, vinden wij nu ook.’ Uiteindelijk leidde de zoektocht toch naar het mooie, maar tot modern kantoor omgebouwde pand in Zaandijk. Margreet: ‘We hebben er drie maanden over gedaan om de knoop door te hakken, er moest zoveel aan het huis gedaan worden. Daarnaast stond er een ratjetoe van aanbouwen en schuren in de tuin. Het huis stond ook al twee jaar te koop, dat kun je je nu niet meer voorstellen. Zelfs toen we het ‘dan maar’ gekocht hadden, twijfelden we nog enigszins. Het had steeds geregend, we zagen op tegen een grote verbouwing. De ommekeer kwam toen we de tip kregen te praten met Somass, het bouwbedrijf dat hier een paar panden verder, ook aan de Zaan, gevestigd was. Tijdens de afspraak bij hen op kantoor scheen de zon en ineens zag ik het: dit is een fantastische plek! We hebben daarna werkelijk een droomverbouwing met ze gedaan.’ Robert: ‘Wij twijfelden over veel zaken, wat te doen met de verwoeste plafonds bijvoorbeeld. Zij zijn liefhebbers, hebben er in vijf maanden iets fantastisch van gemaakt, met oog voor stijl, details en onze wensen. We werden meegenomen in hun enthousiasme, het was een feest.’
Margreet: ‘Tijdens de verbouwing, toen we nog in Watergraafsmeer woonden, realiseerden we ons ineens: we kunnen weg, we hebben een nieuw huis, daar kunnen we naartoe wanneer we willen. Dat gaf opluchting en we beseften dat we in een prachtige nieuwe situatie terechtgekomen waren. Gaandeweg kwamen er steeds meer mensen naar ons nieuwe huis kijken. Zaten we met onze koelbox op de steiger…. Sommigen dachten: waar begin je aan, anderen vielen van hun stoel, in positieve zin dan. En dat hielp, dat anderen er ook potentie in zagen.‘
De eerste jaren na de verhuizing werkten Margreet en Robert nog in respectievelijk Hoofddorp en Amsterdam, het reizen werd nooit als hinderlijk ervaren. Robert: ‘Ik zag mijn werkomgeving, de Zuidas, als tegendeel van onze woonsituatie hier: de hoge gebouwen, de drukte tegenover de rust. Ik heb me altijd verwonderd over hoe weinig verbinding Amsterdam en Zaanstad hebben, terwijl ze aan elkaar grenzen. Ook in de Amsterdamse politiek was de Zaanstreek nooit een gespreksonderwerp. Almere bijvoorbeeld wel.’ Margreet: ‘Wij waren vroeger ook zo, heel bizar. Wij kregen in het begin veel bezoek dat een half uur te vroeg kwam, ik denk dat ze dachten dat we naar China verhuisd waren. Er werd wel eens gevraagd waar we onze boodschappen dan deden….. dat zegt toch alles!’ Robert vult aan: ‘Daarin is nu misschien wel iets veranderd, we zien hier bijvoorbeeld steeds meer bakfietsen, maar toch hebben wij het idee dat er onder Amsterdammers nog steeds een enorme angst is deze kant op te komen.‘
Op mijn vraag of Margreet en Robert een woonvisie op de toekomst hebben antwoordt Margreet: ‘Om de zoveel tijd doen we een gedachtenexercitie. Maar we komen steeds terug op deze plek, al dan niet aangepast. Gedurende de negen jaar dat ik mantelzorger voor mijn ouders was heb ik wel gemerkt dat je als je ouder wordt juist ruimte nodig hebt. Voor een stoellift bijvoorbeeld. Je moet uit de voeten kunnen. Er heerst een rare gedachte dat je minder nodig hebt als je ouder wordt, qua ruimte en geld, maar daar ben ik het niet mee eens.’ De bovenverdieping wordt nu als B&B verhuurd, maar kan in de toekomst ook een andere functie krijgen. Margreet: ‘Als onderdak voor een ouderen-au pair bijvoorbeeld, ik noem maar wat.’
Nu het gesprek op de B&B komt, wil ik daar natuurlijk meer van weten. Sinds 2011 wordt de bovenverdieping als zodanig verhuurd. Het is één appartement, bestaande uit twee kamers, een keuken en een badkamer, die voor minimaal drie dagen te boeken is. Margreet doet al het dagelijkse werk zelf: de boekingen, de ontvangst, het ontbijt, de schoonmaak. Robert: ‘Ik doe af en toe een klusje.’ Ze vinden dat het hen heel veel brengt: de contacten met de gasten, die soms intens zijn. Margreet: ‘We hebben bijvoorbeeld veel vrouwelijke gasten, valt me op. Dat zijn dan vaak zussen of vriendinnen die mantelzorger zijn voor hun ouders. Dat geeft heel veel stress, ik weet daar zelf ook alles van. Maar natuurlijk zijn er ook andere gasten, die overigens zonder uitzondering enthousiast over de locatie zijn. En, ook gezien de bijna uitsluitend 5-sterren-beoordelingen, uiterst tevreden met de gastvrije verzorging. Ik heb maar één keer een vervelende recensie gehad, en dat bij ruim 175 boekingen.
Sommigen komen zelfs met een cadeau aanzetten. Laatst bijvoorbeeld nog, toen hadden we hier vier jonge jongens uit Parijs. Ze zijn Amsterdam niet in geweest, dat verbaasde me. Ze zaten aan het water op het terras of gingen varen en fietsen. Ze vonden het hier heerlijk. Een week na hun vertrek stuurden ze ons een fles champagne.’

Zelf zijn Margreet en Robert nog nooit in een andere B&B geweest. Grinnikend zegt Margreet: ‘Daar hebben we eigenlijk geen behoefte aan. We hebben altijd veel gereisd, maar sinds we hier wonen vinden we: er is eigenlijk niets beters dan deze plek. Wel zijn we afgelopen juni een maand weggeweest, voor het eerst sinds we hier wonen, omdat ik er even helemaal uit moest. We zijn in Italië en Frankrijk geweest. Die ene week in Frankrijk in de middle of nowhere was wel heel fantastisch, even iets heel anders.’
Robert is opgegroeid in Zeeland, Margreet is geboren in Breda, maar opgegroeid op verschillende plekken, ook in het buitenland. Samen zijn ze vijfenveertig jaar geleden in Amsterdam gaan wonen. Hoe kijken zij tegen ‘de Zaandijker’ aan? Margreet: ‘Amsterdammers hebben de naam open te zijn, vol humor. Ik vind dat dat in de praktijk tegenvalt. De Zaandijker komt aanvankelijk geslotener over. Maar wij hebben ervaren dat eerst de kat uit de boom gekeken wordt en dat het daarna, als het goed is, ook écht goed is. Er komt hier weinig uiterlijk vertoon bij kijken, dat vind ik heel prettig.’ Robert vult aan: ‘We hebben hier in de buurt goed contact, zonder dat we bij elkaar op de verjaardagen komen. Als iemand zijn straatje gaat schoonvegen komt er al snel een buurman die ook de blaadjes komt weghalen en heb je leuk contact. En op het water, valt me op, is iedereen een ander mens. Dan wordt er heel makkelijk contact gelegd, en al snel samen een borrel gedronken. En er zijn hier zoveel vrijwilligers werkzaam, bij de sluis, het Weefhuis, de jaarmarkt, noem maar op. Het is onvoorstelbaar! Ik roei bij de roeivereniging, ook daar zie ik hoe de boten door de woensdagploeg onderhouden worden, het is geweldig. Je merkt natuurlijk wel dat het op termijn moeilijker zal worden, de jongeren doen helaas niet zoveel aan vrijwilligerswerk.’ Wel vinden Margreet en Robert dat de Zaanstreek qua cultuur minder te bieden heeft. Maar dat komt natuurlijk ook door de kleine afstand tot de hoofdstad. Robert: ‘Wij gaan voor veel zaken nog naar Amsterdam, voor het theater, om uit eten te gaan, ik speel fluit in Amsterdam. De gemeenschap is hier heel anders dan in Amsterdam, heel prettig. Maar dat je zo dicht bij Amsterdam zit is ook heel fijn. Zo heb je het beste van twee werelden.‘
Margreet is van huis uit ontwerper en kunstenaar en gaat binnenkort weer een creatieve uitdaging aan, naast haar werk voor de B&B. Ze wil zich toeleggen op cyanotypie, de oudste vorm van blauwdruk. Het is een fotografisch proces, gebruik makend van zonnelicht, waarmee cyaanblauwe afdrukken van bijvoorbeeld bladeren of voorwerpen gemaakt kunnen worden. Ze vindt het heel belangrijk dat je boven de 60 nog bewust nieuwe dingen gaat ondernemen. ‘Het ligt op de loer te blijven hangen in oude patronen, daarmee doe je niet alleen jezelf maar ook het leven tekort. Doe iets, leef iets!’
Bij het afscheid geeft Robert aan nog drie dingen kwijt te willen. Hij vertelt dat hij elke dag een foto van het uitzicht vanaf de steiger maakt. Die stuurt hij naar een paar vrienden. Hij laat me de foto van die ochtend zien: een prachtig waterlandschap in oranje gloed. ‘Dit is toch fantastisch? Ik heb honderden foto’s, daar moet ik nog eens iets mee doen.’ Daarnaast geeft hij aan de tuin ook heel belangrijk te vinden: het scharrelen erin, de verbinding die je daar met de buren krijgt. En wat nog vermeldenswaardig is: hij zwemt iedere ochtend in de Zaan, als de zon achter de molens opkomt. ‘Er zijn nog wat buren die ’s ochtends zwemmen en dan zeggen we tegen elkaar: wat is het hier toch prachtig. Echt een droom.’

