Zaandijk Woont! Igor Strawinskystraat
Door: Onze verslagdoener
Het is zo’n moderne winteravond, even voor achten. Ik ben op weg naar Rooswijk Noord. Geen wollen ijsmuts op en gewatteerde handschoenen aan tegen de snijdende vrieskou, geen geglibber op het matig gepekelde fietspad, geen winterpret op de vrolijk verlichte ijsbaan van ijsclub Willem Barendts. Zelfs geen enkel feeëriek sneeuwvlokje uit de donkere hemel. Nee, niets van dit alles. Het is een beetje druilerig en een graad of zes bóven nul. Zelfs mijn herfstjas biedt voldoende bescherming. Om acht uur bel ik aan op de hoek Igor Strawinskystraat en de Hendrik Andriessenstraat. Op het naambordje naast de voordeur staan niet de voornamen van de mensen waar ik op bezoek ga, Anke en Marcel, maar ‘ouderwets’ de achternaam: Familie Kars.
Terwijl ik mij ontdoe van mijn jas, vraagt Marcel al of ik een bakkie koffie lust. “Cappuccino, espresso of een gewone”, stelt Marcel mij voor de keuze. Ik ga voor de gewone (met een beetje melk en suiker) en begroet Anke met een box. Ik had mij voorgenomen om het niet te hebben over het virus, de maatregelen en het ‘gedoe’, want dat is zo’n abnormale gewoonte geworden. Maar helaas, mijn blijdschap over de gunstige ontwikkelingen rondom de omnikron-variant kan ik toch niet onder stoelen of banken steken. En terwijl Marcel in de keuken een bakkie zet, vraag ik aan Anke hoe zij de pandemie in de voorbije jaren heeft beleefd. “Nou dat viel eigenlijk best wel mee. Ik ben sinds 2013 ZZP’er met een eigen bedrijfje -‘Ank! Office Support’- en regel en ondersteun de administratieve organisaties van diverse bedrijven. Ik heb een heerlijke werkplek in huis met prima internetverbindingen met mijn klanten, waardoor ik zonder problemen mijn werk van-huis-uit kon en kan doen.“
En jij?, vraag ik Marcel als hij de koffie brengt met een Zaans schaaltje koekjes. “Ik heb mijn werk ook wel aardig van-huis-uit kunnen doen, maar het was soms best wel lastig en niet geheel zonder zorgen. Ik ben Adjunct-directeur en techniekcoördinator op basisschool De Golfbreker in ‘Havezathe’ (red: Westerkoog). Iedereen weet dat er in de afgelopen bijna twee jaar, op z’n zachts gezegd, een fors beroep werd gedaan op het improvisatievermogen en de flexibiliteit van de leerlingen en hun ouders, docenten en scholen. School dicht en thuisonderwijs, dan weer een beetje open, dan weer dicht, dan weer helemaal open met een mondkapje in de wandelgangen, dan weer een hele groep naar huis vanwege een paar positief geteste kinderen, zieke docenten en ga zo maar door. Dat was voor iedereen een uitdaging en voor menigeen een opgave. Helaas voor sommigen een te moeilijke. Bijvoorbeeld voor docenten van ‘Hallo Muziek’ was het onmogelijk om de wekelijkse muzieklessen aan onze kinderen te geven. Bij tijd en wijle, eerlijk gezegd, om horendol van te worden. We gaan gelukkig de goede kant op. Althans, zo lijkt het. Wat mij betreft gaan we zo snel als het maar kan terug naar het oude normaal. Maar of het virus…” Ik onderbreek Marcel abrupt, omdat mijn blijdschap lijkt te verdwijnen. Ik gooi het snel over een andere boeg en vraag hoe het wonen op de Strawinskystraat bevalt.
Ank: “Op 7 oktober 1992 kregen we de sleutel van het huis. We waren de eerste bewoners van een hoekwoning in het nieuwe Rooswijk Noord. We woonden vijf jaar tevreden op een flatje op de Heijermanstraat in Zaandam, maar Marcel wilde dolgraag terug naar zijn geboortedorp. Rooswijk Noord was nog volop in aanbouw, overal om ons heen reed werkverkeer van Wilma Bouw en we woonden in een grote zand-stuif of modder-bak. Voordat we, jaren later aan onze tuin konden beginnen moesten we eerste een halve meter zand afgraven. Zelfs een nieuwjaarsstorm met talloze dakpannen van het dak kon ons niet deren, want wat waren we blij en trots op ons nieuwe thuis in Zaandijk. Voor de zekerheid hebben we wel aardig wat dakpannen in de kruipruimte liggen.” Marcel vervolgt: “Er kwamen veel jonge Zaandijker stellen deze kant op, die ik kende van onder meer de voetbalclub Zaandijk en Zaandijks Fanfare Corps. Het werd dus al snel een gezellige en ‘feestrijke’ ons-kent-ons straat. Het werd ook snel een kinderrijke straat. Wij werden vader en moeder van zonen Daan (1994) en Coen (1997). Sint Maarten was een fantastisch lampionnenfeest met hordes kleine zingende buurkinderen aan de deur. Nu zijn Daan en Coen beiden het huis uit. Daan woont in Oostenrijk en Coen woont sinds kort in Zaandam. Er komen minder kinderen langs met Sint Maarten, we kennen niet meer alle buren, we lopen de deur niet meer bij elkaar plat en we hebben niet meer elkaars deursleutel ‘voor het geval dat’. Maar we wonen hier met z’n tweetjes met poes Syp nog steeds met heel veel plezier en de buren staan onverminderd voor elkaar klaar als het nodig is.”
Marcel is dus een geboren Zaandijker en Ankes tongval doet mij vermoeden dat zij ook uit de Zaanstreek komt. “Nee hoor, ik ben van Westfriese komaf, geboren als Anke Puff (1964) in Oosterleek. Oosterleek, een klein dorpje tussen Hoorn en Enkhuizen aan het Markermeer, bestond uit één straat en had nog geen 100 inwoners. Het halve dorp was wel op de een of andere manier familie van elkaar. Er was een kroeg, een kerk, een schooltje en… een vuurtoren. Als jong meisje heb ik er een heerlijke jeugd gehad. Samen met mijn broertje en de andere kinderen uit het dorp zwommen we altijd na schooltijd in het (toen nog) IJsselmeer. De saamhorigheid in ons dorp was heel groot met als hoogtepunt de jaarlijkse dorpsbarbecue: het ‘Kippenbillenfeest’. Het leuke is dat het feest nog steeds bestaat. Op Youtube kun je een filmpje vinden van de Oosterleekse Kippenbillenbeachparty.“
“Ik bedenk me nu dat mijn jeugd eigenlijk ook uit één straat bestond”, gaat Marcel verder. “Ik ben geboren in 1961 op de Parkstraat als zoon van Wim en Aagje Kars en heb er tot mijn 22e jaar gewoond. Het korte stuk van de straat – Parkstraatje genoemd*)- was een buurtje op zich. Iedereen kende elkaar en, net als in Oosterleek, was de saamhorigheid heel groot. De toiletten waren toentertijd niet aangesloten op het riool. Onze dagelijkse behoefte werd opgevangen in een grote betonnen bak die was ingegraven in de achtertuin. Als de bak vol was kwam de buurman, die bij ‘strontdienst’ van de gemeente werkte, bij ons langs om de septictank leeg te zuigen. Ik ging dan meestal een straatje om, want de rotte eierenlucht was niet te harden. Dat was toen overigens een ultramodern systeem, want er waren ook nog buren die het moesten doen met een toiletemmer die wekelijks werd opgehaald. Een van onze buren was kolenboer Van Riemsdijk. Hij zorgde er voor dat het kolenhok goed gevuld was en we onze kolenkachel winterdag lekker konden opstoken. Dat was wel nodig, want je had nog echte winters en isolatie en dubbel glas waren nog niet uitgevonden. Mijn vader was vrachtwagenchauffeur bij Houthandel Donker en zorgde voor de vanzelfsprekende wederdienst. Help elkander! kreeg voor mij in mijn lagere schooltijd trouwens nog meer betekenis, want het was (en is) een van de kernmotto’s van libertaire school De Werf.”
Hun eerste ontmoeting was in 1985 bij het kopieerapparaat. Marcel: “Ik kwam van de Pabo en voor jonge leraren was er geen werk. Dat kun je je nu niet voorstellen, maar dat was toen zo. Ik moest dus op zoek naar ander werk en dat werd een baan als schadeafhandelaar bij een verzekeringsmaatschappij aan de Prinsengracht in Amsterdam.” Anke: ”Ik kon na mijn secretaresseopleiding bij Schoevers aan de slag als directiesecretaresse bij diezelfde verzekeringsmaatschappij. En daar kwam ik Marcel voor het eerst tegen bij het kopieerapparaat. Na een paar avondjes bowlen en een wintersportvakantie was het echt aan. Na een jaar samen leven en wonen in ons flatje in Zaandam vonden we de tijd gekomen om te trouwen. In 1988 hebben we elkaar het ja-woord gegeven in het mooie Raadhuis van Zaandijk.”
Als poes Syb aangeeft naar buiten te willen is het voor mij ook tijd geworden om te gaan. Op de terugweg komt ‘en ze leefden nog lang en gelukkig’ bij me op. Ik twijfel of ik met zoiets pathetisch zal afsluiten. Ik doe het gewoon, want dat is wat ik deze vriendelijke en leuke Familie Kars van harte toewens: een nog heel lang en gelukkig leven in die ene straat, de Igor Strawinskystraat nummer 2.
*) De Parkstraat is een straat in Oud Zaandijk en loopt van de Lagedijk tot aan de Berkenweg. De straat wordt doorsneden door de Bredenhofstraat. Hierdoor is er een kort en een lang deel Parkstraat. Tussen de Berkenweg en de Bredenhofstraat ligt het Parkstraatje.